Fotografen die zowel Adobe Photoshop als Lightroom hebben, zullen automatisch Photoshop zien als hun eerste Externe beeldbewerker in Lightroom. Je kunt een tweede externe bewerker aanwijzen, maar dat zullen de meesten niet doen, want wat gebruik je nu als tweede bewerker als je Photoshop al hebt? Hier is een tip om die tweede bewerker op een andere manier te benutten: De standaardinstelling voor de externe bewerker is 16 bits ProPhotoRGB. Daarmee houd je de volledige kleurinformatie van het raw-bestand, maar het geeft wel hele grote tiff-bestanden om te bewerken. Een 25 mpixel raw-bestand levert dan een 100 MB tiff-bestand! Voor het bewerken van een enkele foto hoeft dat nog geen probleem te zijn, maar als je meerdere foto’s naar Photoshop stuurt om bijvoorbeeld een panorama te ‘stitchen’, of om in lagen te stapelen of een HDR te maken, kan het wel te veel worden. Dan wordt je computer vreselijk traag. In dat geval is het beter om 8 bits AdobeRGB bestanden naar de bewerker te sturen. Dat kan je doen door de instellingen aan te passen, maar het kan nog veel mooier. Wijs Photoshop (ook) aan als de tweede externe bewerker! Vervolgens stel je bij één van de twee 16 bits en ProPhotoRGB in, en bij de andere 8 bits en AdobeRGB. Ik heb die laatste optie juist bij de originele versie van Photoshop ingesteld, zodat directe menu’s als ‘Samenvoegen als panorama in Photoshop’ 8 bits bestanden gebruikt. Als ik een enkele foto in 16 bits wil bewerken, kies ik gewoon voor het tweede ‘Bewerken in Photoshop’ menu.

Lightroom_Photoshop

Tagged with:
 

Comments are closed.